Knieblessure behandelen: wat te doen bij een knieblessure
Er zijn verschillende vormen van knieblessures. Het kan zijn dat je pijn voelt aan de buitenkant van de knie of juist aan de voorzijde van de knie. Dit geeft verschillende symptomen, maar de oorzaken en de behandeling van deze blessures lijken sterk op elkaar. De klachten ontstaan acuut of door overbelasting.
Zo herken je een knieblessure
Over het algemeen ontstaan knieblessures tijdens het sporten. Een blessure aan de buitenkant van de knie kenmerkt zich door pijn tijdens het (hard)lopen. De pijn verdwijnt meestal als je stopt. Een blessure aan de voorkant van de knie geeft voornamelijk pijn na het lopen. De pijn voel je rond of achter de knieschijf. Tijdens en na het lopen kan er extra pijn optreden bij het traplopen of wanneer je tegen een helling oploopt. Ook zijn er knieblessures waarbij je letsel oploopt aan het kniegewricht door een onverwachte beweging, verdraaiing of overbelasting. De fysiotherapeut kan je helpen bij het behandelen van de knieblessure.
Behandeling van een acute knieblessure
Bij een acute knieblessure valt het aan te raden om met krukken te lopen tot de knie wat rustiger aanvoelt en je weet wat er aan de hand is. Ga voor een diagnose naar de fysiotherapeut of de huisarts. Het kan nodig zijn om een röntgenfoto of scan van de knie te maken. Dit gebeurt in het ziekenhuis, altijd na overleg met de huisarts. Wellicht vindt de specialist het nodig dat je voor een goed herstel een brace gaat gebruiken. Kies in dit geval voor een brace die de specialist voorschrijft. Als je geen breuk, gescheurde knieband, kapotte meniscus of gescheurde spier hebt, is het over het algemeen na zes tot twaalf weken weer mogelijk om je normale activiteiten te hervatten en te gaan sporten.
Knieblessure behandelen bij overbelasting
Knieblessures die ontstaan door overbelasting vragen om een andere behandeling. Bij milde klachten is het voldoende om de sportactiviteiten aan te passen door minder lang of minder intensief te sporten. Bij ernstige klachten stop je tijdelijk helemaal. Na een periode van rust of aangepaste activiteit is het belangrijk dat je de activiteiten weer langzaam opbouwt. Het sporten mag hierbij geen pijnklachten geven. Een (sport)fysiotherapeut kan met gerichte oefeningen helpen om de activiteiten weer rustig op te bouwen. Ook kan deze professional je adviseren over gerichte krachttraining en het stretchen van de been- en heupspieren. Heeft deze manier van behandelen geen effect? Dan kan er overwogen worden om een injectie met corticosteroïden te geven. Zelden is er een operatieve ingreep nodig.